Minor dag #8

Na twee weken geen college, was het weer fijn om op school te zijn. Het wisselen van ervaringen en luisteren naar andermans belevenissen op zijn of haar stage, maakte z’n dag erg leerzaam. Je kan veel leren van andersmans ervaringen.

In de ochtend gingen we met een nieuwe thema ‘samenwerkend leren’ aan de slag. Mijn observatieonderzoek gaat ook over in hoeverre samenwerkend leren op mijn werkplek wordt toegepast. Samenwerkend leren is effectief op het moment dat elke leerling een rol heeft. De leerling weet welke bijdrage diegene moet leveren. Op dat moment is er sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid. Je hebt verschillende manieren om leerlingen samen te laten werken. Dat kan ‘check in duo’ zijn: ‘op het moment dat leerlingen in tweetallen moeten samenwerken’. Hierbij kan je denken dat twee leerlingen samen huiswerk nakijken. In dit geval is het niet zo dat de een overschrijft van de ander. Je moet  een vorm van denken, delen en uitwisselen creëren, dan is het namelijk effectief. Zij krijgen de tijd om na te denken over het onderwerp. Over het betreffende onderwerp gaan de leerlingen sparren en daarna gaan zij het met elkaar uitwisselen. Eenzijdig expert is ook een vorm van samenwerkend leren. Iedere leerling krijgt een specialisatie toegewezen. De leerlingen leggen aan elkaar hun specialisatie uit. Binnen no-time zijn de leerlingen expert op de specialisaties die zij aan elkaar uitleggen. Zo heb je nog meer diverse vormen. Een voordeel bij het samenwerkend leren is dat een docent niet de hele tijd aan het woord is. De leerlingen gaan voornamelijk zelf aan de slag en leren van elkaar. De docent moet echter wel in de gaten houden of de leerlingen wel effectief samen aan het werk zijn. Met andere woorden de leerlingen moeten in de gaten worden gehouden of zij daadwerkelijk wel met hun werk bezig zijn.

Na het theoriegedeelte moesten wij in een groepje een lesplan maken. In dit plan moesten we verschillende samenwerkende vormen bedenken dat we de leerlingen willen laten uitvoeren. We moeten minimaal twee lesplannen maken en die lessen uiteindelijk ook geven. Een lesplan is een leidraad voor het geven van een goede les. Een les is opgebouwd uit een vaste structuur: het doel van de les aangeven, voorkennis activeren, uitleg geven, controleren of de leerlingen de theorie hebben begrepen, zelfstandig aan het werk zetten en tot slot, je meet of je jouw opgestelde doel van de les hebt behaald. Eigenlijk gaat het hier om de lesfases.

In de middag gingen we met het coachingsgedeelte aan de gang. Twee van mijn medestudenten gingen oefenen met het orde houden. De rest van ons ging acteren als luidruchtige leerlingen. Het was een leuke oefening. We lagen allemaal in een deuk, omdat orde houden best lastig kan zijn. Helemaal als je het voor je eigen medestudenten doet, want wij maakten het niet makkelijk voor ze. Het was ontzettend leerzaam, omdat ze doorgingen totdat ze het idee hadden dat het goed ging. Naast stage is zo een theoriedag na een lange vrije periode erg leuk en leerzaam. We oefenen waar we tegen aanlopen. Vervolgens nemen we die ervaring en oefening mee naar onze stage. Oefening baart kunst 🙂

P.S. dit verslagje was iets later dan gepland. Deze week staat minor dag #9 online!

You may also like

Geef een reactie