Feit of fabel? “Bijles kan helpen voorkomen dat een kind blijft zitten”

Mijn stageperiode vliegt voorbij. Vandaag deel ik een persoonlijk artikel over wat ik de afgelopen week heb gedaan. Lees je mee?

Ik leer zoveel en vooral als ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen werk. Met mijn studie Bedrijfskunde MER ben ik breed inzetbaar. Maar ik vermaak me prima op de afdeling personeel en organisatie.  Mijn passie in het onderwijs en de combinatie met mensen, vind ik heerlijk. Als je op de juiste manier een stageplek kiest, dan ervaar je echt waar je goed in bent en wat je minder interessant vindt. Tot nu toe heb ik veel gesprekken mogen voeren met leidinggevenden om te kijken of we stagiaires kunnen plaatsen op verschillende afdelingen. Je leert veel over de organisatie en hoe de mensen handelen binnen de organisatie. Ik moet echter wel heel erg wennen aan het werkritme. Naast mijn stage heb ik een bijbaan. Ik werk als backoffice bij Bijlesleraar. De combinatie is soms moeilijk, maar als je een planner bent, dan is het te combineren.

Waar je rekening mee moet houden is dat je niet teveel afspraken achter elkaar gaat inplannen. Je moet eerlijk en realistisch kijken naar je werk en afspraken. Afgelopen week was voor mij een drukke week, maar wel met een mooi resultaat. Bijlesleraar komt namelijk op de televisie. Wil je meer weten over het werk: Bijlesleraar? Lees het hier. ​ In kader van het programma Fabels en Feiten heeft SBS 6 opnames gemaakt over het onderwerp bijles. Kijk vanmiddag om half 5 naar SBS 6. Binnenkort komt het filmpje op de website en Facebook online.

“Bijles kan helpen voorkomen dat een kind blijft zitten” Is het een feit of fabel? Wat denken jullie? Voor meer informatie bekijk de website.

BLL opname 3

Maandag waren de opnames en dinsdag had ik een theorie examen. Ik was bang dat ik het niet zou halen. Hiervoor had ik het CBR- examen twee keer op één punt niet gehaald. Maar ik ben geslaagd 🙂 Wat neem ik hieruit mee?

Een theoriecursus volgen helpt je om de stof te begrijpen.  Alleen voor mij was het volgen van de theoriecursus niet voldoende. Zij vragen keer op keer dezelfde oefenvragen, waardoor je op een gegeven uit je hoofd de vragen en antwoorden kent. Ik leerde het op mijn eigen manier. Ik had mijn aantekeningen, CD-rom met oefenvragen en een boek met vragen. De CD-rom was moeilijker dan het CBR-examen. Om deze reden vond ik het examen makkelijker en was ik geslaagd met drie fout, waar je maximaal 5 fouten mag maken. Ga jij binnenkort ook theorie examen doen dan is het goed om zelf ook te oefenen naast een theoriecursus. Op deze manier vergroot je de kans van slagen. Hoe was jullie week?

IMG-20141014-WA0001

Feit en Fabels

Continue Reading

Minor dag #9

Vrijdag 22 november stond het thema meervoudige intelligenties op het programma. We kregen allereerst een oefening met meervoudige intelligenties. Je moest een reactie/voorkeur geven op de verschillende intelligenties. Welke vormen van intelligenties zijn er?

– Taalkundige intelligentie denkt in woorden, houdt van lezen, praten, kan makkelijk gedachtes en ideeën verwoorden. Leest met inzicht en begrijpt wat er staat. Kan iets goed begrijpen en verhelderen.
– Logische- wiskundige intelligentie Is gefascineerd door getallen en cijfers en speelt er graag mee, kan goed ordenen.
– Visueel ruimtelijk intelligenties. Neemt de werkelijkheid waar via de beelden. Heeft een groot gevoel voor kleurnuances. Degene tekent vaak figuurtjes of maakt krabbels om iets vast te houden. Hij experimenteert graag met ontwerpen en schetsen. Degene denkt, schrijft en praat plastisch. Kan zich snel oriënteren in gebouwen, wijken en werkt graag met vormgevers en grafieken. De bijbehorende oefening bij deze intelligentie was  teken het symbool van de Nederlandse Spoorwegen. Nou dat ging ons moeizaam af hoor. Niemand wist het symbool te tekenen….
– Lichamelijk- motorische intelligentie. Reageert bij voorkeur met trefzekere bewegingen. Heeft een sterk gevoel voor de juiste richting en timing in het gebruik van het eigen lichaam. Houdt van gymnastiek en sport. Maakt snel lichamelijke contact. Sterk in fijn motoriek. Leert makkelijk door iets te doen of te spellen. Leeft in geluid en ritmiek. Is een boeiende verteller.
-Natuurgerichte intelligentie Is gefascineerd door alles wat groeit en bloeit en beweegt in de natuur. Herkent snel kenmerken van planten, dieren, voorwerpen Leert makkelijk door waarnemingen buiten te verzamelen en te ordenen. Gaat graag met dieren om en maakt er snel contact mee.
-Interpersoonlijke intelligentie. Stelt zich graag wat op de achtergrond. Leeft in eigen wereld. Kent sterke en zwakke kant
-Intrapersoonlijke intelligentie. Houdt van contact met andere en degene werkt graag samen. Houdt graag van gezelligheid en feestjes. Voelt scherp aan wat anderen beweegt en spreekt daar makkelijk over. Voelt zich prettig in groepen en is  graag bereid om anderen te helpen

Het volgende onderwerp was vaktaal. Leerlingen hebben niet altijd hetzelfde niveau. Zij missen soms het juiste niveau. De kunst is om als docent in te zien met welke termen de leerlingen moeite mee hebben. Dat moet helder worden gemaakt voor de leerlingen. Voorbeeld: vraag in de klas of iemand een betekenis kan geven op een begrip, voordat je dat begrip gaat uitleggen. Op deze wijze activeer je de leerlingen om na te denken. Mochten de leerlingen het niet weten, dan zullen ze het sneller onthouden als je ze het aan de leerlingen gaat uitleggen.  Nu mag ik me meer bezig houden met lesgeven 🙂

Continue Reading

Studenten motiveren

Wat zijn de taken van de docent? Hoe kan de docent studenten het beste motiveren? Is het noodzakelijk om didactische vaardigheden te beschikken?

Wellicht kunnen jullie hier allemaal wel een antwoord op geven. En toch komt het vaak voor dat de docenten dit soms zelf niet weten. Het toepassen van de didactische vaardigheden is ook het belangrijkste. Ik ben zelf een klein beetje gaan oriënteren in het onderwijs.

Op het hbo zijn de docenten niet verplicht om over didactische vaardigheden en ervaringen te beschikken. Op een middelbare school moet je zelfs een didactische diploma behaald hebben. De gedachtegang is simpel, op de middelbare school gaan leerlingen puberen en dan hoor je te weten hoe je met ze om moet gaan. Op het hbo gaat men er vanuit dat de leerlingen die dan het studentenleven ingaan volwassen zijn. Echter, in het eerste jaar is dat vaak niet het geval. Als alles goed verloopt dan ben je op je 17- of 18-jarige leeftijd aan het studeren. Vaak zijn de jongens dan nog heel druk. Dit heb ik zelf in mijn eerste studiejaar ervaren. De eerstejaarsstudenten hadden gelijk al door welke docent geen orde kon houden. In plaats van een hoorcollege werd het een chaos. Ik denk dat ook op het hbo een didactische diploma vereist moet zijn. Waarschijnlijk krijg je hierdoor groter tekort aan docenten. De meeste docenten die werken op het hbo, hebben een eigen onderneming of werken in loondienst. Deze docenten doen het over het algemeen veel beter. Zij doen het vanuit hun passie en interesse. Maar je hebt sommige docenten die het niet weten hoe ze het moeten doen. Deze docenten willen ons dolgraag laten slagen. Maar dit werkt soms averechts. Vorig jaar raakte een docent gefrustreerd en begon al haar problemen te vertellen in de hoop dat wij dan wat stiller zouden zijn. In plaats van stiller, gingen de studenten de docent uitlachen. Ik moet even eerlijk bekennen, dat ik ook een beetje moest lachen, maar dat kwam vooral door hoe zij het overbracht. Ook had ik een docent die er alles aan deed om het slagingspercentage te verhogen. Alleen zij bleef elke les herhalen hoe moeilijk het vak was en hoe weinig studenten het halen. Het ging zo ver dat de studenten gedemotiveerd werden en voor het vak gingen uitschrijven of het gewoon niet gingen maken. Je kan je wel bedenken dat als je iets negatiefs herhaalt, dat het op een gegeven moment als angst terug gaat komen. Niemand had meer zin in dit soort lessen en de animo voor dit soort lessen daalde. En uiteindelijk krijgen de studenten hiervoor de schuld.

Als ik uit mijn ervaring mag spreken denk ik dat de docent in het begin eerst alles duidelijk moet uitleggen. De verwachtingen, de toetsing, het slagingspercentage en wat voor werkhouding de docent verwacht. Daarnaast maak je voor één keer duidelijk hoe moeilijk het vak is. En uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid of een student dat nastreeft. Op deze manier maak je het duidelijk en vraag je van de studenten zelfstandigheid. De studenten hebben vaak een goede, duidelijke en heldere uitleg nodig.

Het studeren is hartstikke leuk en bijzonder, maar als de docenten ook didactische vaardigheden en daarvan een diploma bezitten, gaat de kwaliteit alleen maar omhoog. En daar willen wij toch met ze allen heen?

train-de-trainer-591

Bron: Mijn ervaringen en mijn mening over wat ik tot nu toe heb ervaren met het studeren.

Continue Reading